Theologos, het dorp

19 mei 2017

Ieder half uur slaat de kerkklok; op het hele uur zelfs vaker. Precies het aantal slagen van het uur. Nou ja, 7 minuten over het hele en halve uur dan. De kerk staat op hemelsbreed 200 meter van mijn huis. Prachtig oud kerkje. Soms schijnt er ook een dienst te worden gehouden; die wordt via een apart geklingel aangekondigd. Ben er nog niet naar toe geweest en weet ook niet of de dienst druk bezocht wordt. Da’s toch wel opvallend aan dit dorp: prachtige gerestaureerde huisjes staan naast bouwvallige ruines. Ik schat dat er zo’n duizend huisjes staan. En ongeveer de helft is bewoonbaar. Maar daarvan weer de helft wordt ook daadwerkelijk bewoond. Veel huizen zijn ‘tweede huizen’, die slechts gedurende een paar weken of maanden worden bezocht door buitenlanders of Griekse families die in de steden wonen. Ooit hier geboren, maar vertrokken. Want, van een bloeiende dorpseconomie is duidelijk geen sprake.

Het meeste draait op toerisme; huisjes staan te huur voor toeristen. Tegen schappelijke prijzen, dat wel. Voor €25-35 per dag is hier een heel riant onderkomen te vinden. Dan krijg je overigens wel veel waar voor je geld; een prijs – kwaliteit verhouding van 100!  De dorpstraat – één van de twee straten die in lengte richting lopen – is duidelijk het bruisend hart: hier zijn een viertal taverna’s te vinden (ieder met wifi), prima eten voor een zeer schappelijke prijs. Maar ook twee houtzagerijen, twee klein grutters, drie winkeltjes met lokale snuisterijen en kruiden, een kapsalon en een museum. Theologos was – zo heb ik mij laten vertellen – vroeger het belangrijkste plaatsje van het eiland. En vroeger gaat natuurlijk terug tot ver voor onze jaartelling. Boeiende geschiedenis overigens vanwege de ligging: tussen het westen en het oosten. Wisselende bezettingen kenmerkt dit eiland. Waren het de Perzen, de Romeinen, het Otomaanse rijk. Ze zijn hier allemaal geweest. Zelfs heeft het zo’n 20 jaar onder het Egyptische bewind verkeerd. Rijke geschiedenis vanwege de strategische ligging en de witte marmer dat hier voor het oprapen ligt. Nu dus Grieks!

Boven de dorpstraat ligt de tweede straat in lengte richting; en helemaal boven het dorp ligt de ‘bovenweg’. Goed asfalt. Bedoeld als ringweg of zo. Maar de weg houdt gewoon plotsklaps op aan het einde van het dorp. Bij de begraafplaats. Gebeurt vaak dat grootste plannen sterven op de begraafplaats. Zijn er trouwens ook twee van. Eén aan het begin en een aan het einde. Zal wel een spirituele betekenis hebben. Tussen die drie wegen zijn de huizen trapsgewijs gebouwd. En onderling verbonden door kleine steegjes. Daardoor is een pittoresk decor van steegjes, bouwvallen, braakliggend terrein en prachtige kleine villa’s ontstaan. Zoals gezegd zijn de luiken van veel huizen nog gesloten en wachten met openen tot de tijdelijke bewoners komen. Dat geeft soms het gevoel dat het dorp uitgestorven is. Toch is dat niet zo. Er is een kleine maar actieve gemeenschap van buitenlanders en natuurlijk de Griekse bevolking. Mijn ingang hier is die gemeenschap van buitenlanders: sommigen wonen het hele jaar hier; anderen komen voor 2 tot 6 maanden. Wat opvalt dat het mensen zijn die al 20 tot 30 jaar geleden dit eiland hebben ‘ontdekt’, een bouwval gekocht en opgeknapt hebben en nu zo’n beetje allemaal pensionado’s zijn: Nederlanders, Duitsers, Engelsen, Belgen en Noren.

De andere ingang zijn natuurlijk de Grieken; maar zonder Grieks te spreken lijkt dat vooralsnog geen makkelijke ingang. Veel verder dan vriendelijk groeten, een koffie drinken op het terras kom ik voorlopig niet. En – eerlijk gezegd – heb ik ook niet het idee dat dit een ingang zal zijn die te begaan is. Thassos is een eiland en de bewoners zijn eilanders. En zoals het eilanders betaamt: die laten zich de kop niet gek maken door een stelletje economische vluchtelingen. Want dat zijn wij – in essentie – toch eigenlijk. Soms dwalen mijn gedachten af naar die grondgedachte: ons zogenoemde vluchtelingen probleem zou toch veel minder groot zijn als wij wat meer ‘eigen trots’ aan de dag zouden leggen en meer zelfverzekerd zouden zijn over ‘onszelf, onze verworvenheden/waarden en sociaal politiek bestel’. We zouden onszelf toch minder de kop gek moeten laten maken en vreemden hartelijk moeten verwelkomen. Want dat gevoel krijg ik hier zeker: ik ben welkom. En de eilanders hebben geen enkele angst dat mijn komst hen dwingt zich aan te passen. En vragen dat ook niet van mij. Mooie trots is dat!

In een volgend verhaal mijn dagelijkse bezigheden; de meesten – het zal niet verbazen  – zijn vooral ‘buitenshuis’. 

s van Stelios’ taverna. Alles op loopafstand.  

2 Reacties

  1. Fokke:
    21 mei 2017
    Hi Thasseut, mooie beschrijving van het dorp vanuit de blik van een economische vluchteling. En ook de worsteling van een expat die wel meer inwoner wil worden, maar hoe doe je dat zonder de taal direct te kunnen inzetten.
    Groet Fokke
  2. Robby Aldenkamp:
    22 mei 2017
    Hoi alle mensen die een reactie geplaatst hebben; ik probeer iedere reactie een op een te beantwoorden, maar dat blijkt niet mogelijk te zijn in reislogger (of meer waarschijnlijk: ik snap niet hoe).
    Leuk om de reacties te lezen; geeft ook een voldaan gevoel dat de blog gelezen wordt....en ben ook onder de indruk van de liefdevolle reacties.
    Blijven doen dus....
    Ga overigens over anderhalve week weer effe terug naar NL om aan mijn eigen boot te werken. Tot dan.
    Liefs, Robby